‘autisten zijn niet raar’

Voor mijn toelatingsopdracht moest ik een maatschappelijk thema kiezen wat mij persoonlijk raakt. Ik heb gekozen om mijn opdrachten te maken over het thema autisme. De reden voor deze keuze is simpel, ik ben zelf autistisch. Vroeger vond ik het heel moeilijk om dit te accepteren. Ik heb veel hulp gekregen vanuit verschillende organisaties om met mijn autisme om te leren gaan maar wou nooit geloven dat ik autistisch was. Ik wou normaal zijn… Een autist is toch raar ?

Pas een paar jaar geleden heb ik het feit dat ik autisme heb leren accepteren. Daar ben ik stiekem best wel trots op. Er hangt zo’n – ja hoe zeg je dat? – taboe(?) op deze ontwikkelingsstoornis. Dat is een duur woord en vind ik persoonlijk nogal heftig , maar eigenlijk is autisme helemaal niet zo’n ingewikkeld concept. Hier kom ik straks op terug…

Als iemand met autisme krijg je vaak gelijk een label opgeplakt. Zo ben je volgens velen niet sociaal, heb je weinig gevoel en/of medeleven, ben je het liefst altijd alleen en heb je geen humor. (ik ben zelf toch wel echt de leukste thuis, vraag maar aan mijn goudvis) Veel mensen weten dat autisme bestaat, maar wat ze niet weten is wat autisme is. Autisme komt voor in ontelbaar veel vormen en iedere ‘autist’ is anders. Er is niemand met de perfect gevulde bingo kaart voor een bepaalde vorm van autisme. Het kan zijn dat iemand juist héél goed kan praten maar het moeilijk vindt om tijdens het praten oogcontact te maken. Daar gaan we weer… nu heb ik als voorbeeld toch weer een stereotype gegeven…

Het hoeft namelijk ook niet zo te zijn dat iemand met autisme moeite heeft met praten of socialiseren. Of het kan zijn dat iemand dit wel moeilijk vindt maar er goed mee om heeft leren gaan, dit geld voor mezelf. Vroeger durfde ik nooit met vreemde mensen te praten, nu vind ik dit nog steeds spannend maar doe ik het wel! Het is niet zo dat autisten niet kunnen groeien. Iemand met autisme is ook ‘gewoon’ een mens, en ieder mens ontwikkeld zich. Wat wel leuk is, is dat veel mensen met autisme juist heel goed zijn op specifieke vlakken, bijvoorbeeld in dingen onthouden of een onderwerp tot in de puntjes uitzoeken. Ook kunnen veel autisten lang en heel gefocust met iets bezig zijn, soms noemt men dit ook wel hyperfocus. Over deze kwaliteiten wordt helaas minder gesproken.. Het gaat (bijna) altijd over de beperkingen van een zogenoemde autismespectrumstoornis (ASS). Pfff, weer zo’n onnodig duur woord…

Kijk is naar deze namen: Isaac Newton, Vincent van Gogh, Elon Musk & George Washington. Enig idee wat al deze – (waarschijnlijk voor iedereen wel bekende) – personen gemeen hebben? Het antwoord zal je vast niet van je stoel blazen, deze mensen hebben allemaal (een vorm van) autisme, en eigenlijk maakt mij dat best trots…

Als iemand met autisme zit je brein gewoon iets anders in elkaar, niet slechter dan ‘normale’ mensen, maar ook niet beter (of stiekem wel?). Gewoon ‘anders’ en dit is niet raar, zo word je nou eenmaal geboren. Door de vele stereotypen over autisme is er een soort taboe ontstaan. Zonder deze vertekende beelden zou de wereld een stuk mooier en veiliger zijn.